estheroverleeft.nl
Menu
Esther Overleeft
Rouwen is nooit klaar. We dragen het altijd met ons mee
De afgelopen jaren leefde ik tussen hoop en vrees. De onzekerheid hoe onze zoon zich zal ontwikkelen en of hij ‘normaal meekomt’, is er constant. Met zo’n prachtige zoon heb je een hoop te verliezen. De hoop overheerste en daar focuste ik mij op. Hoe kon ik anders doorgaan? En het gaat heel goed. Het leek er zelfs op dat ons wonderkind amper iets aan zijn ‘ongeluk’ zou overhouden. Een groot wonder. Bij het selecteren van mijn Top 2000-lijst vond ik het lied ‘Vreemde leegte’ van de 3JS. Ik kon er slecht naar luisteren, te confronterend. Maar uiteindelijk na onverbiddelijk nieuws. Kon ik er niet meer omheen. Het verwoordt het proces van verlies nemen zo ontzettend mooi. Wat is dat voor een vreemde leegte waarin ik al weken zweef de mist is verdwenen, echter wat er overbleef zal nooit meer hetzelfde zijn Er sterft een deel van mij. Ze hebben me hoop gegeven Dat tijd wel een antwoord heeft Nu is de tijd gekomen van enkele antwoorden. Nieuws dat inslaat als een bom. Onze zoon hoort wellicht bij de slechtzienden, en dat is slikken. Afscheid nemen van verwachtingen. Misschien het autorijden of het potje golf met opa. Welke dingen gaat hij wel en niet kunnen later? Hoe vindt hij zijn plekje in de maatschappij. Zijn toekomst en daardoor ook de mijne is veranderd. Ik weet dat we er uiteindelijk wel gaan komen. En dat ik mijn lieve zoon bijna kwijt was. Dat neemt niet weg dat ik mij nu even afvraag hoe we hier doorheen komen. Daarom hou ik mij maar vast aan de volgende zin. Soms is alleen al opstaan en doorgaan geweldig moedig.
0 Comments
Hoe doe ik dit? Ik ben ontzettend dankbaar met onze gezonde baby. Genieten, maar op de spitsmomenten intens. Soms vraag ik me dan af hoe ik het gedaan krijg.
Onze nieuwe baby is qua uiterlijk een kopie van haar broer. Qua doen en laten is het een wereld van verschil. Haar broer kon ik gerust tien minuten neerleggen, bijvoorbeeld in de box of een wipstoel. Maar zo is Roosje niet. Ze wil het liefste de hele dag op schoot. Of preciezer: minder dan twee meter in mijn buurt zijn. Dan klinkt een draagzak als een uitkomst, maar dat levert dan weer gekrijs op. Ik heb mij erbij neergelegd dat ik geen draagzakbaby's heb. Ik dacht altijd het ligt aan de ouders, als ik verhalen hoorde ‘mijn baby slaapt het liefste tegen mij aan, of wil het liefste de hele dag bij mij zijn’. Maar het tegendeel is waar. Het is karakter. Met een drukke peuter als broer is het soms best een uitdaging om hierin mijn weg te vinden. Regelmatig bevind ik mij dan ook in situaties in baby op schoot en de peuter hangend op mijn knie. Mijn beenspieren worden goed getraind. Twee kids op bed leggen in je eentje is helemaal topsport. Manlief wil ook wel eens een daggie weg dus laatst had ik de avondspits voor mij alleen. Een moment waar ik de hele dag dan tegen op zie. Uit medelijden heb ik me voor die tijd verblijd met sushi. Die peuzelde ik lekker op, maar echt genieten werd het niet. De iPad van zoonlief was leeg dus hij verveelde zich en ik was ook inspiratieloos. Al zijn speelgoed had hij al gezien die dag. Het resultaat was een peuter die niet kon kiezen wat hij op zijn brood wilde en tegelijk een krijsende baby. Zie dan maar eens te genieten van je Japanse lekkernijen. Zeker een leermoment. Want terwijl ik de peuter in bad doe vertikt Roosje om in het babynestje te liggen. Krijsen. Uiteindelijk eindig ik met een baby op schoot bij het bad van de peuter. Eenmaal in bed komt de peuter daar nog een keer of drie weer uit. De laatste fles voor de baby. Eindelijk. Ik was nog nooit zo blij geweest toen ze sliepen. Netflix. Maar al na twee minuten slaap ik dwars door de serie heen. Extra wonderbaarlijk omdat ik doorgaans oordoppen nodig heb om in slaap te komen. Dat lukt nu dan weer wel. Vroeger was ik er een kei in. Hele middagen in de zon. Om erbij te horen was dat als tiener een must. Een bruin kleurtje, daar werd je populair van. Maar door mijn sproetenhuid hoorde ik nooit bij de glanzend lichtblonde meiden. Die waren na één zonnestraal al tien keer bruiner dan ik. Nee, ik moest moeite doen, veel moeite. Middagen liep ik te zeulen met een ligstoel om die steeds recht in de zon te zetten. Alles voor een beetje een bruin kleurtje, in combinatie met factor tien. Op het internet gingen toen nog niet talloze artikelen rond over de gevaren van de zon en een te lage factor op je huid.
Al net zo hip en happening waren de tubes met bruiningscreme. Dat was vreselijk plakkerig spul van Dove, maar het had wel effect. Als tiener heb ik mijn sproeten echt gehaat. Er zijn ladingen foundation doorheen gegaan om ze maar niet op te laten vallen. Ik kon die lelijke plekjes maar niet accepteren. Nu ik daaraan terugdenk kan ik alleen maar terugverlangen naar die tijd. Ik had alle tijd of maakte die om lekker onbeperkt te zonnen. Nu kan en wil ik het niet meer. Ik heb er geen tijd voor, om maar te zwijgen over de inzichten hoe slecht te veel zon is voor je huid. Dat wist ik toen niet. Die onwetendheid had tegelijk ook wel iets. Niet ingesmeerd of met een lage factor, je deed het gewoon. Al die zonuren zijn een groot verschil met nu. Nu beginnen mijn 3.0-jaren zijn vruchten af te werpen. Ik word inmiddels snel bruin, zelfs met een flinke factor 50 op. Gaat het als een malle. Heerlijk die 3.0-jaren. Ik hoef geen ladingen foundation meer te kopen, want die sproeten zijn gewoon dikke prima. Als ik terugdenk aan mijn kindertijd vond ik het heerlijk dat mijn mama er was als ik uit school kwam. Net als het samen lunchen elke dag. Een fijne veiligheid. Nu ik zelf mama ben, kan ik voorspellen dat ik deze veiligheid niet aan mijn kids kan bieden. Niet elke dag.
In de tijd van mijn bevallingsverlof heb ik verschillende podcasts over mama-zijn geluisterd. Zo vond ik Mama'en interessant, want vaak wetenschappelijk onderbouwde meningen. Een aflevering ging over werkende moeders en het eeuwige schuldgevoel dat wij onszelf opleggen. Maar ook het oneindige vergelijken met elkaar. Met ook de vraag wanneer je als moeder op je best bent. Dat gaf stof tot nadenken. Ik ben niet op mijn best als ik vijf dagen voor mijn kinderen zorg. Sowieso vraag ik mij af: wie kan dat in deze tijden nog betalen? Een echte keus is het niet. Maar hoeveel wil ik dan werken? Mijn kinderen zijn maar even klein. Voor mij is drie dagen ideaal om een balans te houden die voor mij goed werkt. In de podcast kwam ook naar voren dat onze generatie een beetje in between zit en de proefkonijnen zijn van het werken en moeder zijn. Sommige mama's maken de keuze om helemaal thuis te zijn. Sommige mama's werken het liefste drie dagen en sommige mama's werken fulltime. De keuze is (nog wel) reuze. Maar een feit is dat alles duurder wordt en door de continuroosters halen we onze kids niet meer op voor de lunch. Sowieso respect voor mijn moeder, wat een gevlieg voor een uurtje lunchen. Wij hebben nu als mama nog de keuze voor parttime werken, maar ik denk dat dit (helaas) wel gaat veranderen in de toekomst. Onze generatie moddert wat aan met in onze herinneringen moeders die klaar zaten met thee. Zie daar het schuldgevoel. Want wij zitten niet klaar met thee. Maar ik stop met dat gevoel, want toen is niet te vergelijken met nu. En straks ooit als mijn kids hun eigen kids krijgen is het zeer waarschijnlijk niet meer voor te stellen om parttime te werken en is ook het fulltime werken voor vrouwen nog normaler geworden. En dat ik dan klaag als oma tegen mijn kids: Tjonge hebben jullie een jaar ouderschapsverlof te verdelen? Wij moesten het doen met enkel zes weken. Toen moesten de mannen alweer aan de bak. Op foto’s zie ik mijn zoontje toen hij toen hij baby was. Ik ging met hem op pad zonder mondkapje en zat in een restaurant hutjemutje mijn broodje op te peuzelen. Wat een vrijheid. Dat is nog eens iets anders dan op de wereld komen in een pandemie.
Ik ben een rijk mens, kersvers bevallen van een wolk van een gezonde dochter. Maar wat een rollercoaster is het geweest, en nog steeds. Een baby is iets bovennatuurlijk moois, maar ook zo gigantisch kwetsbaar. Een tevreden spruit is het allermooiste cadeau dat ik kon krijgen. Het blijft voor mij onverklaarbaar en fascinerend dat zo’n wezentje in mijn buik heeft gezwommen en mij de komende tijd zo nodig heeft om in leven te blijven. Dankzij een terrorbevalling met liters bloedverlies kan ik voorlopig nog niet veel en ben ik beperkt in mijn vrijheid. Dat gaat elke dag weer een stapje beter. Ondanks de bloedarmoede voel ik meer vrijheid dan toen dochterlief in mijn buik zat. Ik kan nu letterlijk elk moment zien of het goed met haar gaat en dat geeft mij rust. Hoe dan ook, het is weer gelukt! Ik heb het geflikt. Opnieuw een wereldprestatie. Dat geeft ook opluchting. Yes, niet meer zwanger! Ik ben bevallen pjoeii wat een heerlijkheid. Het is klaar afgelopen. Ik ben er voor altijd vanaf (voor 99% zeker hehe). Die opluchting laat mij even alles vergeten. Ik kan huilen van dankbaarheid. Zwanger zijn in tijden van het virus was namelijk intens en best vaak irritant. Ik miste de sushitent (ja dat kan je ook eten als je zwanger bent) en een zwembad om baantjes te trekken. Maar vooral het mentale aspect maakte het voor mij lastig. Door mijn overgewicht was de kans dat ik heel ziek kon worden van corona aanwezig. Op zich al een enge gedachte, met een baby in mijn buik nog pittiger. Ik voelde mij de laatste weken voor de bevalling dan ook opgesloten in mijn eigen huis, omdat ik geen winkel meer bezocht. Ook al had ik waggelend waarschijnlijk geen energie om te gaan, het feit dat ik überhaupt niet de keuze had, maakte het verschil. Bijvoorbeeld om toe te geven aan mijn nesteldrang. Geen sokjes of plantjes voor de tuin. Rondneuzen in de Hema is online nu eenmaal niet hetzelfde. Ondanks mijn hersteltijd heb ik alweer veel vrijheid terug. Allereerst ik kan weer normaal mijn schoenen aandoen en ik heb net weer genoeg energie om kort een winkel in te gaan met de auto Zonder afspraak nog wel. Heerlijk. Mijn tweede prik afgelopen weekend maakt dat gevoel compleet. De afgelopen maanden met Corona heeft mij een spiegel voorgehouden. Overgewicht hebben is nooit leuk, maar in de pandemie zeker niet. Ik kwam mijzelf tegen. Ik wil weer gezonder en fitter leven. Dat heb ik mijzelf belooft. Dat had ik anders ook gedaan, maar door het virus kwam het extra binnen hoe belangrijk het is om gezond te zijn en dat ik daar zelf aan kan bijdragen. Die belofte ga ik hoe dan ook waarmaken aan mijzelf. Het feit dat ik nog maar kippeneindjes kan bewegen door mijn bloedarmoede maakt het er niet makkelijk op, maar we gaan ervoor. Ook al zijn het babystapjes. Zodra de zon schijnt komen ze in groten getale tevoorschijn: coronawandelaars. Ik betrap mijzelf erop dat ik het daardoor steeds vaker jammer vind zodra het stralend weer is.
Mijn favoriete looplocaties zijn nu volgeladen met iedere leeftijdsklasse. Voor de pandemie en deze zwangerschap haalde ik de lieve oude mensjes altijd in, en haalden de hardlopers mij in. Prima deal! De jongere medemens zag je niet in de natuur. Die zaten geld te verbrassen op een festival of waren druk met traveltherapie over de hele wereld. Inmiddels haalt ongeveer elke lockdownloper mij in. Dat is dan ook meteen mijn probleem: het confronteert mij met mijn hoogzwangere slakkengang. Bijvoorbeeld ingehaald worden door volgrijze senioren. Het voordeel hiervan is dan weer dat ik mij behoorlijk kan meten aan de wat oudere mens. Het voelt alsof ik elke week 5 jaar ouder wordt. Mijn gevoelsleeftijd zit nu ongeveer op 60+. Nu zie ik dat met mij ook de hardlopers van slag raken, want ook zij moeten inleveren. Manoeuvreren langs de virusvoetgangers, dat wil je denk ik niet. Mijn remedie? Inleven in de regels van het dierenrijk. In mijn territorium wordt het opeens veel drukker met allerlei verschillende dieren. Ik kan het wel gaan bewaken, maar goed waar moet ik vredesnaam beginnen. Het is al te laat. Ik kan het niemand kwalijk nemen. Zou iedereen na de pandemie weer naar zijn vertrouwde stekkie gaan? Ik hoop het. Dan deel ik mijn lievelingsplekken weer met de vertrouwde senioren en de hardlopers. Zoals het hoort. Zwanger worden was haar grootste wens. Een vrouw waar ik laatst contact mee had plaatste er een bericht over op Instagram. Hun kinderwens lukte helaas niet op de natuurlijke manier. Daar had ze het moeilijk mee. Daarbovenop kreeg ze nog een tegenslag te verwerken: ook in het ziekenhuis werd ze niet geholpen. Vanwege haar BMI kwam ze niet in aanmerking voor ivf.
Te zot voor woorden. Naast het ongeluk om niet natuurlijk zwanger te raken, komt ze pas in aanmerking voor ivf, vanaf een bepaald BMI. Daarbij wordt gewezen naar statistieken. Er bestaan extra risico’s in de zwangerschap en bij de ivf-behandeling. Als je aan ivf begint heb je met een normaal lichaamsgewicht ongeveer 20% kans dat dit resulteert in een zwangerschap. Voor vrouwen met overgewicht is dit getal lager. Is de huidige aanpak de enige manier om met deze cijfers om te gaan? Wat mij betreft nemen we deze statistieken serieus, maar kan het beleid een stuk minder kil. Nu worden veel vrouwen met overgewicht door ivf-klinieken geweigerd. Zij mogen dus niet zelf kiezen voor een behandeling. Bij mij zou zulk beleid averechts werken. Het verdriet en de teleurstelling zorgen voor nieuwe psychologische druk. Met alle gevolgen voor de mogelijkheid om effectief te kunnen afvallen. De juiste manier van werken zou zijn om de dames in kwestie goed voor te lichten en advies en keuzevrijheid te geven. Zulke stellen bij voorbaat hun kinderwens afnemen is onethisch. Het is mijn voornemen om me niet langer te schamen voor mijn gewicht. In de situaties dat dit toch gebeurt is vaak nog een wereld te winnen. Niet alleen door mij.
Bijvoorbeeld tijdens het vliegen. In coronatijd moeilijk voor te stellen, maar er was een tijd waarin ik dat graag deed. Zo ging ik vorig jaar met manlief naar Valencia. Met Transavia. Het vertrouwde wit-groene toestel bleek vervangen door een Deense variant. Dat gaf verrassende inzichten. Tijdens het instappen vielen vooral de blonde Scandinavische stewardessen op. In de zoektocht naar mijn stoel merk ik dat ik ongemakkelijke blikken krijg. Krijgen wij haar naast mij? Een vertrouwd schouwspel. Hoe dan ook, ik vlieg sowieso graag met extra stoelruimte. Dat verzacht mijn claustrofobisch afzien enigszins. Terug naar de Deense inzichten. Die kwamen bij het plaatsnemen in de stoel. De gordel kan doorgaans net dicht. Wat ongemakkelijk gehannes met zich meebrengt. Nu niet. In tegendeel. Zeeën van ruimte. Hoe dat nu weer? Transavia, hier ligt een dikke kans voor de vollere medemens. Wil je dat ik in een razend tempo mijn gordel dichtklik? Maak ze ruimer! En het haalt bij voorbaat de gêne eraf. Een ander voorbeeld: ik zou dolgraag willen abseilen bij een waterval. Maar ja, ik vermoed dat ze die riemen niet in mijn maat hebben. Toch weer die schaamte die me in de weg zit. Of zeilen. Dat zou in praktijk best kunnen, maar als ik die smalle boten zie, denk ik: moah, daar zie ik mijzelf niet tussen staan. Ik het toch gewoon wel eens overstag gaan. En ik ga het vast en zeker nog wel een keer doen in mijn leven. Ik zit vooral mijzelf in de weg. Of paragliden. Net zoiets. Het is niet dat ik niet avontuurlijk ben of die dingen niet zou durven. Kan iemand een paraglide ontwerpen voor de bredere mens? Mooie voorbeelden waar mijn voornemen in de praktijk toch lastig is. Zit ik vooral mezelf in de weg? Blijkbaar kan het wel anders. Ken je bedrijven of luchtvaartmaatschappijen met ruime riemen? Ik hoor het graag! Meestal was ik heel blij met haar komst. Tot die ene keer. De fysiotherapeute van zoonlief gaf doorgaans prettig bruikbare support bij zijn motorische ontwikkeling.
Op een dag wachtte ik op haar komst. Vlak ervoor werd zoon wakker met een poepluier van de buitencategorie. De gebruikelijke verschoonstrijd volgde. Met de ene hand probeer ik te voorkomen dat zoonlief niet door zijn volle luier rolt, geef ik hem om de minuut een ander speeltje en leid ik hem af. Met de andere hand maak ik schoon en kleed ik hem aan. Als alles weer op zijn plaats zit en de ergste stank voorbij is, ben ik altijd blij dat ik weer goed vrijuit kan ademen. Na zo’n luier moet ik altijd even een paar tellen bijkomen, maar daar was nu geen tijd voor. Want de bruikbare motorische support stond voor de deur. Ik doe wat ongemakkelijk hijgend open en vraag of ze een kopje thee of koffie wil. Vervolgens wordt zoonlief getest op zijn motorische ontwikkeling. Dat gaat goed. Dan krijg ik plots een preek dat ik aan mijn vitaliteit moet gaan werken omdat ik zo hijgend de trap afkwam. Ik kraamde iets uit van. “Goh, we zijn hier toch niet voor mij” en vroeg haar of ze het ook gezegd zou hebben als ik slank was geweest.” Waarschijnlijk niet, was het antwoord. Na mijn klaagzang kreeg ik veel excuses. Ik was blij dat ik mijn mond open heb getrokken, maar blijf het tegelijk ongemakkelijk vinden dat ik zo snel hijg. Traplopen haalt wat dat betreft alle zwaarlijvige clichés ’s naar boven. Ik hijg dan, maar doe ook mijn best om genoeg te bewegen. Ook in de winter. Ik denk dat ik dan zelfs meer beweeg dan menig Nederlander. Het zal zo zijn dat dikke mensen minder vitaal zijn dan dunne mensen. En met gezonde voeding en beweging voel ik mij inderdaad ook het best. Maar ik kan er niet tegen dat er nog zoveel vooroordelen zijn en geen aandacht voor is hoe dat is voor dikke mensen. Want in deze maatschappij waar gezond en vitaler leven heel belangrijk is, is er weinig aandacht is voor de dikkere mens. We staan met 1-0 achter. Het vraagt mentale kracht om dichtbij mijzelf te blijven en tevreden te zijn. Vitaal zijn is een flinke opgave, net zo goed als mijzelf accepteren zoals ik vandaag ben. Ik zit niet te wachten op gratis advies. Stel mij gewoon eens wat meer geïnteresseerde vragen. Dat zal ik pas echt fijn vinden. Succesvol afvallen, dat valt niet mee. Iedereen die het gedisciplineerd lukt, verdient respect. Ook social media en alle vrouwenmagazines staan vol met dergelijke verhalen. Met als grootste succesfactor hoeveel kilo ze zijn afgevallen. Op het oog prachtig en inspirerend. Toch blijven belangrijke aspecten onbesproken. Hoog tijd om aandacht te vragen voor deze terugkerende irritaties.
Om meteen maar te beginnen met het walgelijkste deel van het genre: de toen en nu-foto’s. Toen was ik zo lelijk, en zonder die kilo’s mag ik er daadwerkelijk zijn. Werkelijk? Interessante vraag daarbij: dieet je helemaal voor jezelf, of toch voor anderen? Als het eerste waar is, dan heb ik veel waardering voor je. Daar voeg ik aan toe dat je er zoveel kilo geleden ook al mocht zijn. Dat heeft niks met gewicht te maken. Dan de manier waarop erover het thema gepraat wordt. Vaak een toon die niemand verder helpt. De lezers van de dieetrubrieken worden verplicht zichzelf te pijnigen. Jouw ‘toen’ voldoet niet aan het plaatje, ga eens afvallen. De boodschap is ‘zo mag je er niet zijn’. Wat voor gevoel geeft het mensen met overgewicht als ze zo’n foto zien? Ik kon daar erg onzeker over worden. Misschien nog wel belangrijker: op deze manier kan overgewicht niet worden aangepakt. Het maakt het zelfs erger. Ik mag er nu niet zijn, pas als ik twintig kilo lichter ben. Dat is niet vol te houden. Helaas, heb ik dit in het verleden te lang gedacht, maar ik ben er helemaal klaar mee. Hoeveel iemand ook weegt, het maakt, net als bijvoorbeeld huidskleur, niet uit. Je mag er hoe dan ook zijn. Met al je vetjes en oneffenheden. Jezelf mooi vinden begint bij jezelf te gunnen nu gelukkig te zijn. Met wie je bent en ook met je lijf. Ook al ben je nu nog te dik, je mag net als ieder genieten van het leven. Ik vind het heerlijk dat ik niet meer elke vakantie bezig ben met mijn vetrollen en ik gewoon op de vakantiefoto’s sta ondanks mijn hangende armen. Het zou toch jammer zijn als mijn zoon later vakantiefoto’s terugkijkt en zich afvraagt of ik wel mee was. Zonde als je het mij vraagt. |
Archieven
Juli 2021
|