estheroverleeft.nl
Menu
Esther Overleeft
Hoe doe ik dit? Ik ben ontzettend dankbaar met onze gezonde baby. Genieten, maar op de spitsmomenten intens. Soms vraag ik me dan af hoe ik het gedaan krijg.
Onze nieuwe baby is qua uiterlijk een kopie van haar broer. Qua doen en laten is het een wereld van verschil. Haar broer kon ik gerust tien minuten neerleggen, bijvoorbeeld in de box of een wipstoel. Maar zo is Roosje niet. Ze wil het liefste de hele dag op schoot. Of preciezer: minder dan twee meter in mijn buurt zijn. Dan klinkt een draagzak als een uitkomst, maar dat levert dan weer gekrijs op. Ik heb mij erbij neergelegd dat ik geen draagzakbaby's heb. Ik dacht altijd het ligt aan de ouders, als ik verhalen hoorde ‘mijn baby slaapt het liefste tegen mij aan, of wil het liefste de hele dag bij mij zijn’. Maar het tegendeel is waar. Het is karakter. Met een drukke peuter als broer is het soms best een uitdaging om hierin mijn weg te vinden. Regelmatig bevind ik mij dan ook in situaties in baby op schoot en de peuter hangend op mijn knie. Mijn beenspieren worden goed getraind. Twee kids op bed leggen in je eentje is helemaal topsport. Manlief wil ook wel eens een daggie weg dus laatst had ik de avondspits voor mij alleen. Een moment waar ik de hele dag dan tegen op zie. Uit medelijden heb ik me voor die tijd verblijd met sushi. Die peuzelde ik lekker op, maar echt genieten werd het niet. De iPad van zoonlief was leeg dus hij verveelde zich en ik was ook inspiratieloos. Al zijn speelgoed had hij al gezien die dag. Het resultaat was een peuter die niet kon kiezen wat hij op zijn brood wilde en tegelijk een krijsende baby. Zie dan maar eens te genieten van je Japanse lekkernijen. Zeker een leermoment. Want terwijl ik de peuter in bad doe vertikt Roosje om in het babynestje te liggen. Krijsen. Uiteindelijk eindig ik met een baby op schoot bij het bad van de peuter. Eenmaal in bed komt de peuter daar nog een keer of drie weer uit. De laatste fles voor de baby. Eindelijk. Ik was nog nooit zo blij geweest toen ze sliepen. Netflix. Maar al na twee minuten slaap ik dwars door de serie heen. Extra wonderbaarlijk omdat ik doorgaans oordoppen nodig heb om in slaap te komen. Dat lukt nu dan weer wel.
0 Comments
Vroeger was ik er een kei in. Hele middagen in de zon. Om erbij te horen was dat als tiener een must. Een bruin kleurtje, daar werd je populair van. Maar door mijn sproetenhuid hoorde ik nooit bij de glanzend lichtblonde meiden. Die waren na één zonnestraal al tien keer bruiner dan ik. Nee, ik moest moeite doen, veel moeite. Middagen liep ik te zeulen met een ligstoel om die steeds recht in de zon te zetten. Alles voor een beetje een bruin kleurtje, in combinatie met factor tien. Op het internet gingen toen nog niet talloze artikelen rond over de gevaren van de zon en een te lage factor op je huid.
Al net zo hip en happening waren de tubes met bruiningscreme. Dat was vreselijk plakkerig spul van Dove, maar het had wel effect. Als tiener heb ik mijn sproeten echt gehaat. Er zijn ladingen foundation doorheen gegaan om ze maar niet op te laten vallen. Ik kon die lelijke plekjes maar niet accepteren. Nu ik daaraan terugdenk kan ik alleen maar terugverlangen naar die tijd. Ik had alle tijd of maakte die om lekker onbeperkt te zonnen. Nu kan en wil ik het niet meer. Ik heb er geen tijd voor, om maar te zwijgen over de inzichten hoe slecht te veel zon is voor je huid. Dat wist ik toen niet. Die onwetendheid had tegelijk ook wel iets. Niet ingesmeerd of met een lage factor, je deed het gewoon. Al die zonuren zijn een groot verschil met nu. Nu beginnen mijn 3.0-jaren zijn vruchten af te werpen. Ik word inmiddels snel bruin, zelfs met een flinke factor 50 op. Gaat het als een malle. Heerlijk die 3.0-jaren. Ik hoef geen ladingen foundation meer te kopen, want die sproeten zijn gewoon dikke prima. Als ik terugdenk aan mijn kindertijd vond ik het heerlijk dat mijn mama er was als ik uit school kwam. Net als het samen lunchen elke dag. Een fijne veiligheid. Nu ik zelf mama ben, kan ik voorspellen dat ik deze veiligheid niet aan mijn kids kan bieden. Niet elke dag.
In de tijd van mijn bevallingsverlof heb ik verschillende podcasts over mama-zijn geluisterd. Zo vond ik Mama'en interessant, want vaak wetenschappelijk onderbouwde meningen. Een aflevering ging over werkende moeders en het eeuwige schuldgevoel dat wij onszelf opleggen. Maar ook het oneindige vergelijken met elkaar. Met ook de vraag wanneer je als moeder op je best bent. Dat gaf stof tot nadenken. Ik ben niet op mijn best als ik vijf dagen voor mijn kinderen zorg. Sowieso vraag ik mij af: wie kan dat in deze tijden nog betalen? Een echte keus is het niet. Maar hoeveel wil ik dan werken? Mijn kinderen zijn maar even klein. Voor mij is drie dagen ideaal om een balans te houden die voor mij goed werkt. In de podcast kwam ook naar voren dat onze generatie een beetje in between zit en de proefkonijnen zijn van het werken en moeder zijn. Sommige mama's maken de keuze om helemaal thuis te zijn. Sommige mama's werken het liefste drie dagen en sommige mama's werken fulltime. De keuze is (nog wel) reuze. Maar een feit is dat alles duurder wordt en door de continuroosters halen we onze kids niet meer op voor de lunch. Sowieso respect voor mijn moeder, wat een gevlieg voor een uurtje lunchen. Wij hebben nu als mama nog de keuze voor parttime werken, maar ik denk dat dit (helaas) wel gaat veranderen in de toekomst. Onze generatie moddert wat aan met in onze herinneringen moeders die klaar zaten met thee. Zie daar het schuldgevoel. Want wij zitten niet klaar met thee. Maar ik stop met dat gevoel, want toen is niet te vergelijken met nu. En straks ooit als mijn kids hun eigen kids krijgen is het zeer waarschijnlijk niet meer voor te stellen om parttime te werken en is ook het fulltime werken voor vrouwen nog normaler geworden. En dat ik dan klaag als oma tegen mijn kids: Tjonge hebben jullie een jaar ouderschapsverlof te verdelen? Wij moesten het doen met enkel zes weken. Toen moesten de mannen alweer aan de bak. |
Archieven
Juli 2021
|