estheroverleeft.nl
Menu
Esther Overleeft
Sommige van jullie weten het al, maar ik werk aan een boek. Over dik zijn, en dan vooral over vooroordelen of zelfs discriminatie. De komende tijd vind je hier dan ook mijn columns over body-shaming en gelukkig zijn met je lijf.
Het is een onderwerp waar veel over gesproken wordt. Laatst poseerde Linda de Mol in bikini op de cover van haar eigen blad. Met haar, naar eigen zeggen, niet perfecte lijf. Hoe tof is dat? Tegelijk valt er veel meer over te zeggen. Reden genoeg om aan deze strijd regelmatig een column aan te wijden. En wat vind jij? Laat het vooral hieronder weten. Ik ben benieuwd naar jouw reactie.
0 Comments
Opeens mochten we. Een paar maanden geleden had ik niet verwacht dat onze vakantie door zou gaan. Voor het coronatijdperk hadden we op AirBnB de knoop al doorgehakt. Na een online dwaaltocht ging de zomervakantie naar een sfeervolle vrijstaande gîte op het Normandische platteland. Inclusief ruime tuin en schommel. Verlangend keek ik ernaar uit om heerlijk te ontbijten met verse baguettes en andere lekkernijen uit zo’n pittoresk bakkertje. En niet te vergeten de macarons, wijn en goed eten. Uiteraard op een zonnig terras.
Het is sowieso mijn ideaal: een vrijstaand huis ver weg van de drukte. Op die manier kom ik echt tot rust en kan onze dreumes rondrennen, zodat hij vervolgens hopelijk goed slaapt. Het bleek een schot in de roos. Zoonlief kreeg genoeg beweging en vond het heerlijk. Toch moest ik ook even slikken. Mijn terrasdroom werd al snel ruw verstoord. Zoonlief kan niet al te lang stilzitten. Maar dat niet alleen, de Fransen hanteren openingstijden die voor ons niet bleken te werken. De restaurants serveren eten aan het begin van de middag en ’s avonds vanaf een uur of zeven. Precies zijn bedtijd. Vaarwel terrasdroom. Dat bleek uiteindelijk verschillende voordelen te hebben. Dat begint in de portemonnee, want de pandemieprijzen in de horeca waren geen grap. Ook verschillende producten in de supermarkt trouwens. Over de supermarkt gesproken, ook mondkapjes maakten het een vakantie om nooit te vergeten. Als ik naar een toilet of de bakker ging, in alle overdekte gelegenheden moesten die dingen op. De eerste dag heftig en bizar, daarna raak je er snel aan gewend. Het nieuwe straatbeeld. Die bedekking van mond en neus is om een andere reden nog een handicap in de horeca. Vanuit de verte a werd ons al snel duidelijk dat men afstand houden niet belangrijk vindt. Frankrijk hanteert een afstand van een meter, maar zelfs dat vonden etablissementen en hun bezoekers een rekbaar begrip. Tafels en stoelen staan hutjemutje en gasten vinden het mondkapje belangrijker. Want dat is toch de bescherming? Wij trekken onze conclusie en lopen verder. Hoe irritant ik het doorgaans vind dat zoonlief dagelijks stipt om half zeven wakker is, nu was dat juist ideaal. Door overal vroeg te zijn konden we de drukte vermijden en hebben we nog behoorlijk veel kunnen zien en kunnen genieten van al het moois wat Normandië te bieden heeft. En op tijd weer terug in de tuin van onze gîte. Maar toch verlang ik ook wel weer naar die anderhalve meter en kijk ik ernaar uit om op het terras te zitten waar de tafeltjes ver genoeg uit elkaar staan en horeca het eind van de middag al eten serveert. En het mondkapje? Ik twijfel of ik die oplaat als ik boodschappen doe, want dat ben ik nu toch al gewend. Is het ook jullie eerste pandemie? Genoeg reden voor mij om na weken nog te zoeken naar de beste weg. Sommige mensen levert het extra creatieve uitspattingen op. Zo zit Anderhalve meter de hele dag in mijn kop. En regelmatig barst ik in tranen uit om 17 miljoen mensen.
Heb ik nu ook extra tijd? Nou... Bij mij corona-taken-lijst heb ik een extra zin toegevoegd. ‘Het is maar de vraag of ik ze kan uitvoeren dus het hoeft niet per se’. Want ja ik heb mijn handen vol aan thuiswerken en de aandacht geven aan een peuter-van-bijna-twee. Hoewel het werk vanuit huis doorgaat alsof er niets is gebeurd, is er minder oppas, maar mogen we niet klagen. Gezondheid boven alles moet je dan zeggen. En dat natuurlijk is dat zo. Gelukkig zijn we gezond. Dagelijks ontdek ik nieuwe manieren om alles beter vol te houden. Een recente effectieve ontdekking is de korte klaaglunch. Even alles eruit en daarna weer door. Werkt als een malle. Komtie: Deze maand voor ons geen reis naar Lissabon. Geen ijs bij mijn favoriete ijssalon. Neerploffen op het terras is er niet bij. Je ziet elkaar thuis meer, maar spreekt elkaar minder omdat je de zorg voor de peuter elkaar afwisselt. Heb je ook gemerkt dat boodschappen elke dag duurder te worden? De bloem is al weken op bij Jumbo. Zucht. Tegenover de coronaklaagzang staat dat ik de afgelopen weken nog nooit zo vaak aan een bloesemboom heb geroken. Ik weet inmiddels waar de mooiste staan en ook wanneer die zijn uitgebloeid en ergens anders de volgende uitkomt. Nog meer kleine vreugde: ik hoop dat dit jaar dankzij mijn pauzes in de lentezon voor het eerst mijn benen bruin worden. Ik ben dankbaar dat mijn lievelingswandelroutes om de hoek zijn, en nu het langer licht is ik er weer makkelijker heenga. Ik breid het positieve lijstje nog even uit: doordat ik elke dag thuis lunch heb ik ontdekt dat het hemels is om wentelteefjes te bakken met suikerbrood. Ook heb ik de liefde voor koken en bakken weer heb gevonden en ervaar zelfs hoe ik dat gemist heb. Dat geldt niet voor sushi, dat thuis laten bezorgen geeft kinderlijke vreugde. Waarom at ik dat ook alweer zo hutjemutje op elkaar? Maar bovenal heb ik meer tijd met zoonlief. Ik zie hoe veel te snel hij groeit, dat gaat niet ploeps aan mij voorbij. Ik ken zijn favoriete speeltuin en glijbaan uit mijn hoofd. En die schat is al bijna twee. Zijn eerste en hopelijk laatste verjaardag op anderhalve meter afstand zullen we niet snel vergeten. Proost allen op het goede leven! Dat vooral in kleine dingen zit. Als ze op mijn mamadag regen voorspellen, kan ik soms heel onrustig worden. Niet naar buiten kunnen, dan zie ik soms elk uur op de klok.
Ik ben dol op zoontje lief, maar na drie uur binnen heb ik al het speelgoed wel gezien. Dan ga ik het liefste even de deur uit. Regen of niet, ik besloot met een vriendin ook met een dreumes toch maar op pad te gaan naar een mamacafé aan de andere kant van de stad. We gingen dapper op de fiets. Het is ongelofelijk toevallig dat altijd precies op zo’n moment van weggaan er een volle luier om de hoek komt kijken. En vaak ook eentje van het allerergste soort. Hardnekkige ellende kan ik je vertellen. Het mamacafé was een gezellige bende en bleek ook nog eens naast een Action te liggen. Dus daar moesten we natuurlijk ook nog even heen. En aansluitend ook krentenbollen kopen, want met een hongerige dreumes zorg ik altijd voor een snelle hap voor onderweg. Gegarandeerd minder vieze truien, plakkerige handjes en je kan zo’n bol ook nog eens overal consumeren. Ideaal. Maar hoe handig ook. Ik had ze nu net weer niet mee. Het mamacafé lag weliswaar naast de winkel, maar ook aan hele drukke straat en ik was op de fiets dus had geen kinderwagen mee. Slim als ik ben besluit ik een winkelwagentje te regelen, want na een paar minuten peutersjouwen zeggen mijn armen ‘nu is het genoeg’. Voor zo’n kar moest ik nog wel een eindje lopen. Dreumes laat ik bij vriendin in het café achter en ik haal snel een wagen. Aan mijn autosleutel had ik nog een muntje zitten, dus daar maak ik blij gebruik van. Enige verbaasde ogen keken mij wat raar aan, want waarom loop ik met een winkelkarretje een café in? Precies op dat moment valt mijn dreumes al klimmend van de bank en is een dikke bult rijker. Een flinke krijsbui verder lopen we naar de Action en aansluitend koop ik krentenbollen. Midden op straat houden we een gezellige picknick met winkelkarretjes. Vriendin lief neemt afscheid en ik drop mijn winkelkarretje ergens in een steegje, want ja ik heb maar twee handen. Ook al moeten we terug naar de andere kant van de stad, mijn dreumes vindt fietsen altijd leuk. Bijna thuis kom ik erachter dat mijn muntje inclusief autosleutel nog aan het winkelkarretje bungelt. Paniek. Weer onderweg herhaal ik tegen mijzelf dat anderen weinig uithalen met mijn sleutel, omdat ze mijn auto niet snel zullen vinden. Terug bij de winkelkar is mijn dreumes in slaap gevallen en bedenk ik hoe ik de zware fiets kan dragen en tegelijk de kar terug kan brengen. Een onmogelijk situatie. Godzijdank bungelt de sleutel er nog aan en besluit ik mijn mensenkennis te gebruiken en spreek ik een lieve meid aan. Of ze misschien voor mij het winkelkarretje wil wegbrengen. Gelukkig bestaan er nog lieve mensen. Uiteindelijk ben ik extra moe en voldaan als ik eindelijk met mijn krentenbol op de bank plof en mijn dreumes lekker in bed ligt. Ik heb jaarlijks twee reflectiemomenten waar ik niet omheen kan. Hoe hard ik ook probeer ervan weg te lopen. Niet alleen onvermijdelijk, ook niet alleen leuk, want tranen zijn vaste prik.
Eentje aan het begin van de zomervakantie en eentje aan het eind van het jaar, net voor de feestdagen. De spanning hangt in de lucht en het weinige daglicht helpt ook niet mee. Wat ben ik dan blij dat er kerstversiering bestaat. Vooral de lampjes overal, het geeft bijna een magisch gevoel, waar ik helemaal in kan verdwijnen. Kerst is leuk en kneuterig, maar emoties komen er ook uit. Alles is intenser. En dat mag. Vanwege de nachtmerrie die ons is overkomen. Het is echt gebeurd. Soms geloof ik het niet meer, want onze zoon is geen afhankelijke baby meer, maar een dreumes met eigen wil. Maar als ik dan een kersverse baby vasthoud of foto’s terugkijk, komt de nachtmerrie even weer dichtbij. Inclusief de stekende onzekerheid die ik nog regelmatig voel. Vorig jaar rond deze tijd maakte ik mij zorgen over het feit of Thijmen ooit zal kunnen lopen. Dat bleek hij te kunnen, en hoe! Zelfs helemaal van de glijbaan lukt al. Zo trots ben ik. De motorische ontwikkeling kan ik opgelucht afvinken. Nu nog cognitief, zintuigelijk en sociaal-emotioneel.Maar ik weet nog weinig. En volgend jaar ook nog lang niet. Controle heb ik niet. De vanzelfsprekendheid of Thijmen zich normaal blijft ontwikkelen heb ik niet. Dat steekt, doet pijn, voelt oneerlijk en van alles nog meer. Het allerliefste wat ik wil is dat gewoon alles even stil blijft staan. Dat onze bijna altijd vrolijke, ontzettend nieuwsgierige zoon gewoon even een jaartje hetzelfde blijft. Als ik naar hem kijk, zie ik een gelukkige jongen met het talent om mensen blij te maken met zijn entertainment en enthousiaste gekkigheden. Gewoon dat het zo goed blijft gaan zoals het afgelopen jaar ging, wonderbaarlijk goed. Niet te verklaren hoe goed. Ik omarm een mooi citaat: hoe buitengewoon bijzonder het hier en nu al is. De ene keer met tranen van verdriet, het andere moment van heel veel dankbaarheid. En die laatste momenten zijn er gelukkig behoorlijk vaak. Superdeluxe. Als kind was uit eten echt bijzonder. Wij gingen in mijn herinnering bijna nooit uit eten. Behalve dan naar de Macdonalds. Regelmatig als we op zondag in Drenthe op visite waren geweest maakten we een stop bij de gele M. Als gezin werden we daar best raar op aangekeken. In ons christelijke dorp vonden ze dat niet kunnen op zondag.
Later werd uiteten steeds normaler. Toen ik ging daten met mijn man en hem vertelde hoe vaak ik buiten de deur at, was hij lichtelijk geschokt. Geld verbrassen aan eten is altijd al iets geweest dat ik graag deed. En nog steeds doe. Een leuke herinnering en ook nog eens lekker eten. Een win-winsituatie. Hoewel culinaire versnaperingen steeds duurder worden, zit de gemiddelde sushitent behoorlijk vol op een random dinsdagavond. Horeca is hotter dan ooit. Laatst vertelde mijn man over een jonge collega die een bucketlist had van nog te bezoeken restaurants. Ze had in Utrecht nog veel te gaan. Ze noemde zichzelf dan ook onderdeel van de horecageneratie. Die opmerking bleef hangen, want vervolgens begon het mij op te vallen dat er in restaurants steeds meer tieners te vinden te zijn die op een doordeweekse avond hun geld verbrassen aan de all you can eat. Voor je laten koken is dan ook zeker niet langer speciaal. Ook niet bij mij. Ik weet eigenlijk niet zo goed hoe ik het weer speciaal kan maken voor mijzelf. Ja minder gaan. zal een logisch antwoord zijn. Dat ga ik heus proberen, maar tegelijk ben ik verzot op sushi. Het voelt als luxe waar ik intens van geniet. Hoe dan ook, het blijft een raar gezicht: al die tieners in een sushirestaurant. Ik voel me meteen een stuk ouder. Maar vooral: ik haalde het op die leeftijd echt niet in mijn hoofd om uit eten te gaan met vrienden, ook niet om mijn verjaardag te vieren. Dat deden we gewoon thuis met chips, kaas en cola. Ik weet denk ik al wat het is. Vroeger maakte de verhalen van mijn oma altijd indruk op mij als tiener toen ze zei wij gingen nooit uit eten en kregen alleen met kerst cola en chips. En dat was dus heel bijzonder. Uit eten ging ze pas op haar vijftigste verjaardag. Door oma bleef ik altijd een beetje dankbaar en voelde mij echt bevoorrecht dat wij wel uit eten konden. Dat was vroeger echt niet. Over helemaal niet zoveel jaren, zijn die opa en oma’s er niet meer om te vertellen aan hun kleinkinderen dat cola ooit ook heel bijzonder was en Fanta nog niet bestond. Wie vertelt ons dan nog relativerende verhalen en maakt ons bewust dat we het behoorlijk goed hebben en best een beetje dankbaarder mogen zijn. Wie vertelt dat onze kinderen dan? Hoe goed ik ook probeer om altijd maar gezond te eten. Het wordt mij heel moeilijk gemaakt. Bijna altijd komt er een supermarktmoment waarop het niet lukt.
Interessante vraag die ik heb: in hoeverre bepalen de grootgrutters hoe goed of slecht wij eten? In deze tijd van overdaad aan keuzes is er erg veel verleiding. Een onschuldig rondje door de filialen van onze machtige winkelketens is bijna een oneerlijke strijd met de calorieën. Ik vraag mij wel eens af: zijn er supermarkteigenaren die ook genen bezitten in de categorie ‘ik kom heel snel aan en ik moet altijd opletten, anders word ik vierkant’? Kunnen ze zich inleven in de wilskrachtspier waar ik constant de over moet beschikken? Die oneerlijkheid heeft mij erfelijk getroffen. Ik kom snel aan en dat is kak. Daarnaast ben ik een impulsieve eter. Met alle emoties die een mens beschikt kan ik telkens wel een manier vinden om het te vieren met eten. Geen fijne combi. Zo komt er een moment dat mijn wilskracht spier op is. Onvermijdelijk. Helemaal omdat juist vet en zoet voedsel het talent bezit om er van alles mee te kunnen vieren. Hetzij een week perfect koolhydraatarm koken, of de ongesteldheidschocola. Daarin voorziet een Elstar bij mij niet. Eind augustus liggen de pepernoten in de schappen. Ik neem mij elk jaar voor om pas op het heerlijk avondje daaraan te gaan of mijn eerste Tony Chocolonely-chocoladeletter te nuttigen. Maar telkens kom ik tot de conclusie dat het niet gelukt is. Dat ik al vanaf eind augustus moet zigzaggen door de winkel om de extra schappen met truffelpepernoten te ontwijken, is wat mij betreft absurd. Dan heb ik het nog niet eens gehad over kerstkransjes en paaseitjes. Het is het hele jaar feest. Mocht het desondanks wel lukken om pas op Goede Vrijdag eitjes te nuttigen, dan kan ik die ellendige zakjes nergens meer krijgen. Lieve supermarkten, stop met overschot aan eterij. Kunnen jullie met verleidingstactieken niet inzetten op de vergeten groenten of broccolispaghetti? Zou het klooster wat voor mij zijn? Na aanleiding van mijn vakantieliteratuur heb ik mij kort verdiept in een kloosterweekend. Zo eentje waar niet gesproken wordt. Het was het resultaat van het lezen van het nieuwste werk van monnik Haemin Sunim. Hij liet mij dromen en wakkerde zowel mijn nieuwsgierigheid flink aan.
Niet al mijn vakantieliteratuur was zo diepgaand. Ik voel me juist aangetrokken tot tegenstellingen. Naast ‘Dingen die je alleen ziet als er je er de tijd voor neemt’ van deze monnik ligt de Linda, en naast Flow magazine ligt het boek met de titel ‘wat zou Aristoteles doen’. Halverwege deze stapel las ik een interview met Roxanne Hazes, over het feit dat ze dertig kilo was afgevallen. Niet voor haarzelf, maar omdat ze graag een moeder wilde zijn die achter haar kind wilde aanrennen. Voordien was ze namelijk een moeder die alleen maar op de bank lag en niks ondernam. Hoe goed mijn rust ook was aangewakkerd door de beste monnik, ik kon er niet omheen dat die zin mij wel wat deed. Ik weet heus wel dat zoiets uitvergroot wordt en dat ze echt niet de hele dag op de bank ligt. Echter is het soms niet verkeerd om getriggerd te worden en na te denken waarom mij iets raakt. Het zal wellicht zo zijn dat ik minder hard achter zoonlief aanren en meer hijg en zweet, toch ik doe het wel. Mijn uitdaging daarbij is om mij niet te laten meeslepen door alle vooroordelen en discriminatie. Daar had Roxanne het nog niet eens over. Na het lezen ga ik niet radicaal diëten. Daar geloof ik niet meer in. Maar ik verlang er wel naar om mij wat fitter te voelen. Hoe fijn wandelen of fietsen op een e-bike ook is, een flinke conditie krijg ik er niet echt van. Nu de herfst er weer aankomt ga ik als een dappere dodo mij weer in de wereld van de koolhydraatarm voedsel wagen. En dat klooster? Voorlopig hou ik het even bij het zoeken ernaar. Ik wandel of fiets het liefst met muziek op. Zijn de beats pakkend genoeg? Dan voldoen ze aan de eisen van mijn persoonlijke afspeellijst Esther 3.0. En ben ik nummers zat, dan ga ik weer opzoek naar andere.
Laatst verdwaalde ik in die zoektocht. Of eigenlijk in de melancholie. Onder andere in klassiekers van Destiny’ s Child. Daarna volgde Onderweg van Abel en R U kiddin’ me van Anouk. Heel even stond ik weer tussen tieners in trainingsprakken van Australian en Cavello. Met verderop skaters, alto’s, en gekleurd haar. Toen ik verder droomde zag ik dagen waarin ik TMF keek en ik daardoor de clip van Anouk nu nog uit mijn hoofd ken. Hoedje, gouden tand, een duikplank waar ze vanaf sprong. Stoer vond ik dat. Om een beetje bij te blijven heb ik muziek van Maan en Kriss Kross Amsterdam toegevoegd aan mijn lijst. Daarmee zat ik vanmorgen te swingen op de fiets. Een dubbele nostalgie, want Onderweg van Abel heet nu Verleden tijd en mijn ultieme ‘ik wil een vriendje liedje‘ van Nelly en Kelly Rowland heet in plaats van Dilemmanu Blijf bij mij. Uitgevoerd door Maan en Ronnie Flex. En niet te vergeten Whenever wherever van de zingende geit Shakira blijft ook gecoverd door Kriss Kross Amsterdam. Na-apers en plagiaat? Ze worden er vast stinkend rijk mee. En de huidige jeugd maar denken dat ze zo origineel zijn. Hoe dan ook, je had mij moeten zien gaan op mijn fiets. Als ik naar een concert van Kriss Kross zou gaan, zou ik denk ik raar worden aangekeken. Ik ben de jeugd ontgroeid. Het is niet anders. Toch voelde het ergens ook vreemd, swingen op muziek waarvan je eigenlijk weet dat je te oud bent. Maar hè ik had dubbel nostalgie. Gelukkig mag ik tegenwoordig meezingen bij de muziekles van mijn zoontje. Op een grote paddenstoel en In de maneschijn zijn hits die vergaan nooit. Ben wel reuze benieuwd of mijn zoon later ook naar concerten gaat met liedjes waarin ik ook swingde in mijn jeugd. Dan zeg ik Hè dat liedje ken ik en hij zegt dan vervolgens ‘nee mam dat kan helemaal niet daar ben je veel te oud voor’. En dan hou ik mij wijselijk stil. Want dat doe je als moeder. Voor het eerst in mijn leven snap ik kampeerders. Na twee weken afzien intens dankbaar zijn met een stromende wc, weer een toiletrol binnen handbereik, en niet te vergeten een fijn bed.
Ik ben verzot op Airbnb. Uren op zoek naar dat ene plekje, weg van de massa. Midden in de natuur, met een goed bed. Alle luxe om eens goed in onze gezinsbubbel te zitten. Dat lukte deze zomer aardig. Op een boerenerf met zeeën van ruimte. Mekkerende schapen maakten mij ’s ochtends wakker en ik kon eindeloos verdwalen in de typische Nederlandse wolkenluchten. Daarin probeer ik nog steeds figuren te zien. Iets wat ik uit mijn kindertijd heb meegenomen en gewoon nog steeds doe. Eenmaal weer thuis had ik even nodig om mijn gevoel ’Ik ben dankbaar voor ons huis’ terug te vinden. Onze tuin voelde opeens als een postzegel en ik overtuigde mijzelf ervan dat alleen inwoners van Amsterdam een kleinere tuin hebben. Waarom koos ik vrijwillig voor wonen in de massa? Dan kampeerders. Die zijn naar mijn idee alleen maar dankbaar als ze weer thuis zijn. Alles voelt als luxe. Je bent dankbaar voor je geweldige huis. Terwijl ik dagen op Funda rond scrol op zoek naar vrijstaande huizen. Al snel kom ik tot de conclusie dat die alleen haalbaar zijn als we de loterij winnen. Of als we verhuizen naar Musselkanaal. Postzegel of niet, inmiddels is dit natuurmeisje, die eigenlijk ook gewoon een stadsmeisje is, gewoon weer dankbaar voor de massa. Ik kan wel binnen tien minuten sushi eten als ik dat wil. Dat dus. |
Archieven
Juli 2021
|